Vrijdag 31 mei was het eindelijk zover: onze trip naar Normandië ging van start na alle voorbereidingen en de voertuigen die de week ervoor al waren opgehaald door onze transporteur uit Weert. Hier werden ze een weekje gestald bij onze vriend Rob totdat de overige voertuigen daar ook waren, en er drie semi diepladers vol met voertuigen klaarstonden voor vertrek naar Frankrijk.
het konvooi bestond uit 2x Dodge WC 52 ,1x Dodge WC 51, 1x Canadian Ford C15 A, 1x Ford C60 artillerie trekker ,1x GM Shopvan en 2st Ford jeep,1x Chevrolet C15A, een motor van het merk Indian, een motor van het merk Enfield en een zijspan van Ural (Russische kopie van de Duitse BMW met zijspan); kortom een bonte verzameling.
s' Morgens lekker vroeg opgestaan voor de reis van 750km naar onze camping bij het dorpje Martregny vlak bij Bayeux. Zonder problemen daar aangekomen en na een half uurtje wachten zou ons transport arriveren. Tijdens het wachten werden we aangesproken door een Engelsman die dacht dat wij een grote groep waren (zo'n 32 man/vrouw/kind) met maar een jeepje en hij nodigde ons uit om bij te komen kijken naar zijn voertuigen. Uitgelegd dat we nog even stonden te wachten op ons transport wat net de hoek om kwam rijden. Dat gaf een onbetaalbaar gezicht van de Engelsman.
Na het lossen van de wagens, wat met zoveel personen zo gebeurd is, hebben we kamp gemaakt en daarna de BBQ aangestoken om gezellig met z'n allen te gaan eten en daarna lekker aan de borrel.
Zaterdagochtend even vers stokbrood bij de kamp winkel gehaald voor bij de eieren met spek. En daarna bijtijds op pad om met de drie diepladerchauffeurs een rondrit langs de kust te maken zodat zij ook nog wat van de festiviteiten meekregen. Met name de Amerikaanse begraafplaats bij Colleville greep de mannen aan: zoveel
witte kruizen als daar in het gelid staan. Ook was daar een veteraan die een vlag bij een de graven van zijn makkers plaatse maar wel met 2 film teams om hem heen. Het zal waarschijnlijk ook wel een van de laatste keren zijn dat er nog meerdere veteranen bij aanwezig zijn. Er waren er ongeveer 200.
Via Arromanches keerden we weer terug naar de camping omdat de chauffeurs weer op huis aan moesten. Ze moeten namelijk zaterdag avond voor 10 uur s' avonds de grens over zijn dit ivm vergunningen.
Zondag zijn we naar het Overlord museum bij Colleville geweest, waar er een militariabeurs was.en ook een opzet zoals Millitracks in Overloon. Dus veel Duitse maar ook Franse en Amerikaanse rupsvoertuigen die op een grote weide hun rondjes deden.
De Königstiger van Musee Des Blindes uit samur stond er die hebben we helaas niet zien rijden maar wel Kettenkrad, grote Famo halftrack Maultier met luchtafweer erop, Sherman en Stuart tank en een Frans Renault tankje en een Hotchkiss brencarrier achtig model.
Wel imposant om dat alles van vlakbij mee te maken.
Na de lunch en bezoek van de markt gingen we naar Grandchamp Maisy waar er een veiling later in de week zou zijn van diverse voertuigen, de meeste Dodges, en voor prijzen niet te laag. Zo stond er Bantam jeep geheel gerestaureerd waarbij ik me afvraag wat er nog origineel zou zijn zo gelikt zag die eruit. De verwachte prijs was 90.000 euro.
Maandag zijn we naar het ontbijt richting de Engels Canadese sector gegaan omdat daar vorig jaar een nieuw en heel groot monument is gemaakt voor alle op D-day gevallen Engelse militairen.
Bijzonder daar was dat er in de omliggende groenstrook levensgrote silhouetten geplaatst waren voor elke gevallen millitair een en er staan er 1475; heel indrukwekkend .
Ze waren ook volop bezig met de voorbereidingen voor de herdenkingen en ik schat dat er zo'n 200 Britse Mariniers in groepen werden af gemarcheerd richting het monument voor repetities.
Later zijn we doorgereden naar Juno beach en daar bij het museum en stand rondgewandeld. De gehele week vlogen er continu vliegtuigen rond van de Franse luchtmacht en hier kwamen op zon 60m hoogte over met een Hercules en nog 2 andere types. Maakt ook wel indruk als ze zo laag overkomen.
Dinsdag maar weer eens vroeg opgestaan omdat we naar Longue sur Mer gingen, waar bij de batterij een voornamelijk Nederlands kamp is en ze die die dag een meeting hielden voor alleen maar Engels/ Canadese voertuigen/motoren. Bij aankomst viel de drukte op het veld nog wel mee maar tegen 12 uur liep het veld al lekker vol met jeeps in Brits/Canadese uitvoering.
De nodige Chevrolets met cab 11 en de cab 13 uitvoering, ook waren er Dingo's Scammels en was een Matador,Willys', Woody's, Bedfords, Humber en 3 verschillende types brencarrier.
Ook waren er vele motoren van BSA, Enfield, Norton, Matchless kortom teveel om op te noemen maar wel gaaf om zoveel diversiteit te zien.
Op de weg terug die ons weer eens via vage binnen wegen richting de camping leidde, reed mijn maat Hans in een moment van niet opletten, zo in een diepe, verstopt onder het groen gelegen greppel en na wat geworstel bleek dat hij er niet uit kwam.
Dus de grote Ford ervoor gezet en met een ketting hem eruit getrokken. Weer op de weg wilde de Chevrolet niet meer starten en na een uurtje klooien was het nog steeds dikke knallen maar niet lopen. Dus besloten we om hem met de Dodge de 30km terug naar de camping te slepen en ik moet zeggen met een trekstang ertussen en de hoofdwegen vermijden ging dat nog best aardig. Na aankomst op camping even rustig naar de motor gekeken en daar tot de conclusie gekomen dat de ontsteking door het greppel incident verdraaid was waardoor hij dus niet meer op tijd stond.
We dachten het te hebben opgelost en na het opnieuw op tijd zetten bleek dat starten wel ging maar blijven lopen een dingetje bleef. We besloten om dit zo te laten en dit in Nederland aan te pakken. Waarschijnlijk had hij door de hevige backfires schade in de motor; in ieder geval doet de 4e cylinder niet mee. s'Avonds lekker uit eten en bij het kampvuur lekker borrelen en voor je het weet is het weer laat.
Woensdag hadden we een lange rit voor de boeg richting Utah beach.
Onderweg nog het victory museum bezocht waar een meeting was van Chevrolet vrachtwagens was. Daar stond ook de Tiger uit Saumur en 2 Shermans en veel bezoekende groene voertuigen.
Na dit bezoek reden we door naar Utah beach en vonden we een doorgang waar we strand op konden rijden om daar een mooie fotoshoot vd voertuigen te maken.
Na de late lunch leidde Floor, onze route specialist, ons via de binnenlanden weer terug en via Carentan zijn over een Bailybrug uit de oorlog gereden, wat ook gaaf was. Toen we een stop maakten bij een uitspanning keken ze daar verschikt op dat wij met 32 man voor worst en friet kwam en dus hun met zweet op de kop aan het grillen, en ik moet zeggen een heerlijke worst.
Donderdag was de dag van de grote herdenkingen voor hen die vielen voor onze vrijheid en ook de dag van de vele weg afsluitingen, dus besloten we om niet naar de kust te gaan maar landinwaarts om daar langs vele monumenten en binnenwegen lekker te kunnen rondrijden.
Aangekomen bij Jeruzalem Cemetery was een groepje jongere Engelse veteranen van het British Legion die daar een krans gingen leggen en na een paar mooie woorden en 2 minuten stilte de kranslegging en weer een paar mooie woorden.
Ik moet zeggen ondanks dat het een kleine bijeenkomst was gaf het wel een speciaal gevoel temeer daar er hier ook de jongste Engelse gevallene lag van nog maar 16 jaar.
Vrijdag zijn we naar Arromanches gegaan waar het heel druk was ook was er piperband aanwezig die geregeld wat speelde en wat altijd stemmig is.
Ook kwam er een grote groep kleine Amerikaanse Verkenningsvliegtuigjes voorbij, zo'n 20 st wat natuurlijk ook een mooi gezicht en geluid is.
Prijzen weten ze hier ook wel maar tja dat is tegenwoordig overal waar wat te doen is. Na het inslaan van wat souvenirs weer eens richting kamp om voorbereidingen te maken voor het vertrek, want een deel van onze groep met de Engelse voertuigen waren naar Port en Bessin gegaan voor het defilé daar en static bij de haven op de pier. Helaas de laatste avond met vuurtje bier/baco en sterke verhalen toch weer laat geworden.
Zaterdag, de dag van ons vertrek, de chauffeurs waren gisteravond al aangekomen en nadat de tenten waren afgebroken konden de trailers weer geladen worden
Blijkt toch weer een ding want hoe stond het nu allemaal maar toch gelukt en rond 11.30 reed ons konvooi weer richting Weert.
Waarna wij ook van iedereen afscheid namen en ook de terug reis aanvaardden. Veilig en wel weer thuis is het nu nog wachten op onze Dodge en de Chevrolet zodat we daarvan de motor kunnen onderzoeken wat de schade is dus wij kunnen weer even vooruit. Blijft toch een pracht hobby.