Het is wel aardig bekend dat de correcte kleur voor oude KL voertuigen, en dus ook Bundeswehr voertuigen, RAL 6014 Olijfgroen is. RAL 6014 was als standaardkleur in gebruikt tot in de jaren ’80 de Nato 3kleurcamouflage zijn intrede deed. 

Maar waarom zien voertuigen in dezelfde kleur er dan zo vaak verschillend uit? Zowel op de oude zwart-wit foto’s als op latere kleurenfoto’s, om maar te zwijgen van een rijtje voertuigen naast elkaar, zien voertuigen die theoretisch dezelfde kleur zouden moeten hebben, er toch heel anders gekleurd uit.

Een deel van het antwoord heb ik gevonden op de site van een Duitse verffabriek, en hieronder vertaald en samengevat. Onderaan het artikel staat de link naar hun website.

Allereerst: Wat is het Ral systeem?

RAL staat voor Reichs Ausschuss für Lieferungen en is in 1927 geïntroduceerd om een objectieve standaard voor verfkleuren te hebben. Oorspronkelijk slechts 40 kleuren groot, is het inmiddels een vrij uitgebreid systeem waar menig bouwmarkt en schlderbedrijf mee werkt.

 

In het systeem geeft het eerste cijfer de basiskleurgroep aan.

RAL 1xxx - Geel

RAL 2xxx - Oranje

RAL 3xxx - Rood

RAL 4xxx - Paars

RAL 5xxx - Blauw

RAL 6xxx - Groen

RAL 7xxx - Grijs

RAL 8xxx - Bruin

RAL 9xxx - Wit/Zwart

 

RAL 6014 is dus een groentint, en heet bij de Bundeswehr “Gelboliv”,  oftewel olijfgeel. De “oude kleurvariant” werd gemaakt en gebruikt vanaf de oprichting van de Bundeswehr in 1956 tot begin jaren ’60. Deze kleur oogt bruiner dan de “nieuwe kleurvariant”.

Begin jaren ’60 veranderde de “kleurtoon” maar niet de kleurcode veranderd. De eerste versie is zoals gezegd, bruiner dan de latere, meer groene versie. En uiteraard werd bij de invoering van de nieuwe kleur, de oude voorraad eerst opgebruikt. Er zijn dus jaren waarin beide tinten naast elkaar in gebruik waren. Ook waren eerder gefabriceerde reserveonderdelen uiteraard in de toen geldende kleur uitgevoerd, waardoor bij latere voertuigen verschillende delen in de verschillende versies van RAL 6014 waren. Maar bij groot onderhoud werden de voertuigen uiteindelijk in de nieuwe tint geverfd/gespoten.

De kleur was mat uitgevoerd (dwz nog enige glanseenheden gemeten), maar door slijtage van de verf zag die er al snel extreem mat uit waarbij de kleur ook nog eens lichter van tint oogde. De verf was dus zeer verouderingsgevoelig.

En uiteraard zie je verschil als sommige delen recenter zijn (bij)geschilderd dan andere, of tussen voertuigen als de ene langer in weer en wind heeft gestaan dan de andere. Soms extreem verschil.. 

Maar hoe kan de verf nu van kleurtoon veranderd zijn zonder dat het nummer veranderde? Want de bedoeling van de nummers (het RAL systeem bestaat sinds 1925 als ReichsAusschuss für Lieferbedingungen) is toch om een eenduidige standaard neer te zetten die voor iedereen werkbaar is?

Dat klopt; de specificatie is ook niet veranderd maar de fabricage- en testmethode wel.

Voorbeeld: Firma A in Noord-Duitsland moet aan de hand van de RAL specificatie in staat zijn om de exact identieke kleur te maken als Firma B in het zuiden.

Nu was men in de jaren ’20 van de vorige eeuw, toen dit systeem opgezet werd, nog niet zo bekend met zaken als lichtreflectie en refractie als we nu zijn.

De kleurstalen werden toen uitsluitend met het menselijke oog beoordeeld, en vaak zonder een standaard lichtbron.

Dat heeft als gevolg dat sommige verfproducten er onder kunstlicht weliswaar hetzelfde uitzien (fabriekslampen waren niet allemaal van dezelfde standaard) maar in daglicht toch een afwijkende kleurwaarde toonden. En laat dat verschil nu vooral bij groentonen opvallend groot te zijn..

 

Wat gebeurde er in 1961? Toen werd de RAL kleurentabel 840 R vervangen door de nu nog in gebruik zijnde RAL kleurentabel 840 HR. Met als grootste verschil dat de beoordeling van de tint nu de METAMERIE meegewogen wordt, en dus voorheen niet.

Metamerie is de kort samengevat de schijn dat twee voorwerpen onder bepaalde omstandigheden dezelfde kleur lijken te hebben, terwijl er onder andere omstandigheden een kleurverschil te zien is. Dit heeft te maken met de golflengte van de lichtbron.

In tabel 840 HR is nu vastgelegd dat kleuren uit deze tabel die met licht uit een nauwkeurig gespecificeerde lichtbron worden belicht, niet van kleur mogen verschillen.

En daarmee is een ander deel van de kleurverschillen, namelijk die in de fabrieksnieuwe verftinten, verklaard: Onder een bepaald licht zijn de oude en de nieuwe productie, exact gelijk. Pas in afwijkende lichtomstandigheden zien ze er verschillend uit.

Voor de oude en nieuwe RAL 6014 geldt dat ze bij felle zon nagenoeg geen verschil tonen, maar bij bewolkt weer of indirecte belichting de oude verf beduidend bruiner lijkt dan de nieuwe.

 

En aangezien de nieuwe tabel 840 HR wel in 1961 werd ingevoerd, maar de nieuwe verf nog niet meteen in de schappen lag, is in ieder geval bij de Bundeswehr, en daarmee mogelijk ook bij de KL, de omslag pas ergens vanaf 1967 gemaakt in de verfspecificatie.

 

Dat betekent dat voor diegenen die hun voertuig historisch verantwoord willen schilderen, de jaren ’60 de optie geven om beide tinten te gebruiken. Vanaf de jaren ’70 zou de nieuwe RAL 6014 correct zijn.

Uiteraard zijn ook hier uitzonderingen op te bedenken, aangezien het materieel verschillende landen van herkomst had en daar wellicht ook niet even zorgvuldig met de verfspecificaties omgesprongen werd. Zo gebruiken de VS de FS ( Federal Standard) lijsten, die niet altijd een RAL equivalent hebben, en de Britten de BS (British Standard, had je anders verwacht?).

En dan hebben we het nog niet gehad over de praktijken om de verf met een beetje diesel “op te poetsen”, wat weer een heel andere tint en glansgraad geeft. Over de glansgraad hier weer een uitleg:

Glansgraad wordt in eenheden weergegeven. Die eenheden worden gemeten onder een hoek van 60 graden reflectie volgens de DIN 67530 norm.

  •  >90      = glanzend (stafvoertuigen, “civiel” opererende voertuigen)
  • 50 - 70 = halfglanzend (Stafvoertuigen)
  • 20 - 30 = satijnglans/zijdeglans(sommige tactische wielvoertuigen)
  • 15 - 20 = halfmat (tactisch voertuigen)
  • 10 - 12 = mat (tactische voertuigen)
  • <3        = extreem mat (gevechtsvoertuigen vanaf de jaren ’70 en versleten verf op andere voertuigen)

Overigens kan een glanzendere verf ook snel extreem mat uitzien. Dit door de al genoemde veroudering van de verf (verkrijten), een laag stof, zand, modder en sneeuw die de reflectie en de refractie van de verf beïnvloeden. En door een grauwsluier (je ziet het wel eens bij betontegels) doordat de matterende stoffen in de verf zich naar de oppervlakte werkten, werd de verf niet alleen matter maar ook lichter in de beleving. Het “oppoetsen” met diesel bracht dan wel eventjes een glans (goed voor de open dag) maar trok uiteraard vuil aan en bleekte de verf ook weer. 

Hoe meer glans, hoe donkerder de verftoon uiteindelijk lijkt. 

Dat betekent dat het interpreteren van fotomateriaal nog een stuk lastiger is dan het lijkt, omdat je al die variabelen mee moet nemen in de beoordeling van wat de verftint dan eigenlijk is.

Kortom, een heel verhaal (en wetenschappelijk onderbouwd) om te vertellen dat je best veel vrijheid hebt om een historisch verantwoorde verftint te gebruiken waar je zelf blij van wordt.

 

En voor de moderne 3kleurige Natovariant: die bestaat uit RAL 6031 Bronsgroen, RAL 8027 Leerbruin en RAL 9021 Teerzwart. Het jaar van invoering is per krijgsmacht en per voertuigtype verschillend.